Onlangs waarschuwde ik hier voor de beperking van de uitingsvrijheid, zoals de Europese Commissie voorstelt. Om gekende redenen (lees: Donald Trump) staat de discussie over (de grenzen van) de vrije meningsuiting online nu op scherp. Terecht. De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht. Beperkingen daarop moeten steeds beperkt zijn. Het staat buiten kijf dat voor censuur geen plaats is in de Europese rechtsstaat. Een Europees wetsvoorstel dat in censuur kan uitmonden roept om een reactie van mij als lid van de controlerende macht, het Europees Parlement.

Niet alleen president Trump ervaart de almacht van onlineplatformen. Ook bij ons wordt het alsmaar duidelijker wat de gevolgen zijn. Zo zag Doorbraak deze week een doodgewoon kritisch artikel verwijderd door Facebook en kreeg een rapper uit de Kempen die een parodie bracht op QAnon een ‘laatste waarschuwing’ van Facebook, waarna zijn filmpje verwijderd werd. Het is duidelijk: vrije meningen, en al zeker humor en satire, zullen niet overleven als ze door de molen van de algoritmes worden gedraaid. Een druk op de knop volstaat helaas om meningen te censureren.

Verkliksysteem

De Europese Commissie kwam eind vorig jaar met een voorstel voor een Europese digitaledienstenwet die de vrijheid van meningsuiting naar het tweede plan verhuist, wat theoretische lippendienst niet te na gesproken. Ze regelt onder meer de aansprakelijkheid van platformen voor de inhoud die gebruikers plaatsen. Een platform is daarvoor in de regel niet aansprakelijk, tenzij het kennis heeft van de illegale activiteit.

Problematisch is dat de wet voorziet in een uitgebreid ‘verkliksysteem’, waarbij eenieder beweerde illegaliteit kan melden. Je kan je de stortvloed aan goed en minder goed bedoelde meldingen al voorstellen. Het mechanisme van ‘melding, kennis, aansprakelijkheid’ zet platformen onmiskenbaar aan om met de grove borstel door ‘controversiële’ uitspraken te gaan. Het spook van de censuur dreigt zo weer rond te waren in de Europese Unie. De herstelmogelijkheden komen als het kwaad geschied is. Als de gebruiker ten minste de moed opbrengt om te procederen.

Ik waarschuw voor de almacht van (Amerikaanse) private spelers. Hoe zullen zij oordelen over een opiniestuk over pakweg Aalst Carnaval of Zwarte Piet? Zal Facebook een pleidooi voor het huwelijk van een LGBTQIA+-koppel blokkeren omdat dat in sommige lidstaten illegaal is? Kan je nog kritiek geven op een staatshoofd? En wat met pleidooien voor de onafhankelijkheid van een deelstaat in de Europese Unie? Wees maar zeker dat algoritmes een ongenadige censor zullen zijn.

Universele dienstverplichting

De grote onlineplatformen moet de verplichting worden opgelegd om in beginsel iedereen op hun platform toe te laten. Iedereen moet het recht hebben daarop informatie te plaatsen en te ontvangen. De maatschappelijke functie van die platformen is zo immens dat de EU hen een verplichting tot universele dienstverlening moet opleggen.

Online platformen zijn de brievenbussen van de 21ste eeuw. De post weet al langer dat hij een universele dienst moet leveren. Eenzelfde logica dringt zich vandaag op voor de Facebooks en Twitters van deze wereld. Dat moet overigens zijn vertaling krijgen in hun algemene voorwaarden. Naar believen verwijderen, schorsen en blokkeren kan niet.

Beperkingen

De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar laat proportionele uitzonderingen toe. Een bombrief mag niet worden verzonden, net zomin moet een oproep om het Capitool te bestormen online worden gehost.

Mijn voorstel is om in de Europese digitaledienstenwet limitatief de meest manifeste inbreuken op te nemen waarvoor een onlineplatform zelfstandig tot verwijderen kan overgaan. Ik denk dan aan strafbare inhoud zoals mensenhandel, terrorisme, seksuele uitbuiting van kinderen, orgaan- en wapenhandel. De grote onlineplatformen moeten daarvoor een sluitend intern beleid uitwerken, dat ook het evidente onderscheid maakt tussen het aanzetten tot en het hekelen van een misdrijf. Optreden tegen beweerde illegale activiteit komt in een rechtsstaat aan de rechter toe.

Waar blijven de Europese commissarissen en onze federale regering om de vrijheden van onze liberale democratie te verdedigen?