Ontmoetingen op het hoogste politieke niveau tussen Vlaanderen en Nederland vinden al sinds de jaren negentig plaats. In 2011 werd beslist om voortaan tweejaarlijks een topoverleg te organiseren, met het oog op een versterkte samenwerking op een groot aantal terreinen. “Samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland is een vanzelfsprekendheid”, stelt Bourgeois. “Dat moet ook zo zijn, tegen de achtergrond van een snel veranderende internationale omgeving, met instabiliteit aan de Europese buitengrenzen en een EU die oplossingen moet zoeken voor gezamenlijke uitdagingen.” Beide minister-presidenten wisselden dit keer onder meer inzichten uit over de brexit. Zij stelden daarbij vast dat de interne markt van groot belang is voor de economie van de Lage Landen, die van oudsher nauw verbonden is met die op de Britse eilanden. Vlaanderen en Nederland streven dan ook naar het behoud van goede betrekkingen met die vertrouwde handelspartner.
Sinds de vorige top in Maastricht, in 2013, is de samenwerking op verschillende vlakken al versterkt en is er concrete actie ondernomen. Zo waren er gemeenschappelijke handelsmissies naar de VS. Experts stelden een gezamenlijke strategie op om onze chemische industrie een nieuw tijdperk in te leiden. Er loopt een oefening om onze culturele relaties te optimaliseren. En onze ministers van Onderwijs sloten eerder dit jaar een akkoord om op alle niveaus nog hechter samen te werken.
Samenwerken aan mobiliteit en infrastructuur
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts en zijn Nederlandse collega stelden tijdens deze top dat beide landen goed samenwerken aan oplossingen voor de problemen bij goederenvervoer per spoor met Noordrijn-Westfalen. Zij bevestigden ook het voornemen om de infrastructuurplanning in het wederzijdse belang beter op elkaar af te stemmen. De ministers spraken af om de informatiedeling over de gewestelijke kilometerheffing voor vrachtvervoer en een mogelijke wegbeprijzing voor personenauto’s voort te zetten. Zij spraken niet alleen hun tevredenheid uit over de goede samenwerking in het kader van de bouw van een nieuwe Sluis in Terneuzen, maar laten ook onderzoeken hoe ze nader kunnen samenwerken rond Europese subsidies voor watergebonden infrastructuur. Beide ministers nemen zich ten slotte ook voor om in het kader van de Benelux-overeenkomst intensiever samen te werken rond de vergroening van transport en de inzet van LZV’s (lange zware vrachtwagens), ook in het grensoverschrijdend verkeer.
Economische samenwerking
Vlaams minister van Werk, Economie en Innovatie Philippe Muyters sprak met zijn Nederlandse collega over het in werking stellen van de gemeenschappelijke chemiestrategie en het betrekken van Noordrijn-Westfalen daarbij. Beide ministers spraken hun tevredenheid uit over de verdere financiering van een hightechlaboratorium in Eindhoven, waarin ook het Vlaamse Imec samenwerkt met privépartners. Daarnaast gaven zij hun goedkeuring aan de versterking, verbreding en verdieping van de samenwerking tussen wetenschappers en bedrijven op zes innovatieve thema’s. Ten slotte hadden zij het over grensoverschrijdende economie en arbeid. “Onze conclusie is dat er voor beide economieën veel te winnen valt bij intensieve samenwerking”, zegt Muyters. “De regionale overheden in de grensstreek leveren alvast goed werk op dit terrein.” Concreet spraken beide bewindslieden af dat er regionaal overleg wordt ingesteld om sturing te geven aan de grensoverschrijdende inzet en aanpak.